DE CONTROLE
De tandartscontrole
Minstens één keer per jaar wordt u door uw tandarts uitgenodigd voor een periodieke controle. Afhankelijk van de gezondheid van uw gebit en tandvlees, bepalen wij in overleg met u wat hiervoor de beste tussenperiode is. Dit kan nogal verschillen en voor sommige patienten wordt er zelfs een controle om de 3 maanden aangeraden. Verder worden er regelmatig ( iedere 2 tot 5 jaar ) röntgenfoto’s gemaakt van uw kiezen. Hierop kan de tandarts zien of er zich tandbederf tussen de kiezen of onder oude vullingen voordoet. Daarnaast zal de tandarts of één van zijn medewerksters u laten zien hoe u het beste uw gebit kunt reinigen.
Het voordeel van de periodieke controle
Met behulp van een periodieke controle kan de tandarts ziekteprocessen, afwijkingen of ontwikkelingsstoornissen aan tanden en kiezen, tandvlees, slijmvliezen en kauwstelsel vaststellen. Al tijdens deze controle kan de tandarts vaststellen wat voor stappen hij moet of kan ondernemen om aandoeningen aan uw gebit te verhelpen, te monitoren of eventueel u door te verwijzen naar een collega met speciefieke vaardigheden zoals een orthodontist, kaakchirurg of mondhygiënist. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig langs komt voor controles. Door vroegtijdig in te grijpen voorkomt u onnodige schade.
Het overslaan van de periodieke controle
Sommige patiënten kiezen ervoor om de tandarts alleen bij klachten of onregelmatig te bezoeken. Dit raden we af omdat veel ziekteprocessen, zoals tandbederf en parodontitis langdurig klachtenvrij kunnen verlopen, maar wel steeds meer schade kunnen veroorzaken. Daarnaast verhoogt u hiermee ook uw kans op een ontsteking of op het verlies van tanden of kiezen.
RÖNTGENFOTO’S
De tandarts maakt röntgenfoto’s omdat hij hiermee onder de vullingen en tussen de tanden en kiezen kan kijken en op die manier kan vaststellen of er hier tandbederf aanwezig is. Ook kan hij zien hoe het kaakbot eruit ziet en of er nog bijvoorbeeld verstandskiezen of ontstekingen in de kaak aanwezig zijn. Röntgenfoto’s kunnen ook behulpzaam zijn bij het vaststellen van de mate van afbraak van het kaakbot bij tandvleesziekten.
SOORTEN RÖNTGENFOTO’S
Doorgaans maakt de tandarts twee typen foto’s: bite-wings en solo-opnamen. Daarnaast kan de tandarts ook overzichtsfoto’s maken, zoals het Orthopantomogram (OPG) en de Röntgenschedel-profiel-foto (RSP).
BITE-WINGS
Bite-wings zijn kleine overzichtsfoto’s van de kiezen van uw gebit. De tandarts maakt twee foto’s: één links en één rechts. Op deze foto is het kroongedeelte van de kiezen te zien, dat wil zeggen het gedeelte dat u zelf ook in de mond kunt zien. Verder is een klein gedeelte van de wortels en het omliggende bot te zien.
Bite-wings worden gemiddeld eens in de drie jaar gemaakt, afhankelijk van de gezondheidstoestand van het gebit en de leeftijd van de patiënt. Bij kwetsbare gebitten worden ze ook wel om de anderhalf jaar gemaakt. Bij hele goede gebitten komt het voor dat de tandarts slechts eens in de vier of vijf jaar deze foto’s maakt.
SOLO-OPNAME
Naast de bite-wing kan een tandarts een solo-opname maken. Dit doet hij als hij een bepaalde tand of kies nader wil onderzoeken. Op dit type foto is de hele tand of kies te zien: het kroongedeelte, het wortelgedeelte èn het gebied rondom de wortelpunt. In het gebied rondom de wortelpunt kan de tandarts bijvoorbeeld een ontsteking waarnemen.
OVERZICHTFOTO’S
De meest toegepaste overzichtsfoto van de kaken is het Orthopantomogram oftewel het OPG. Deze foto wordt gemaakt om in één keer een overzicht te krijgen van alle tanden en kiezen in de boven- en onderkaak. Zo’n foto kan nuttig zijn als de tandarts bijvoorbeeld in verband met uw gezondheidssituatie wil weten of er zich ontstekingen aan de wortelpunten bevinden. Zo’n foto kan ook zijn dienst bewijzen voor patiënten die al geheel tandeloos zijn; In één overzicht kan de tandarts op deze foto zien of er nog wortelresten in de kaak aanwezig zijn. Dergelijke wortelresten zullen in een aantal gevallen namelijk eerst verwijderd moeten worden voordat de tandarts een nieuw gebit kan gaan maken.
Een ander type overzichtsfoto is de Röntgenschedel-profiel-foto ofwel RSP. Deze foto wordt meestal gemaakt door de beugeltandarts om speciale metingen aan de schedel te doen, voorafgaand aan de behandeling met beugels. Hij kan zo tot een beter gefundeerd behandelplan komen.
WANNEER EEN RÖNTGENFOTO?
Uiteraard worden röntgenfoto’s alleen met een verantwoord doel gemaakt. Bij het nemen van röntgenfoto’s krijgt de patiënt altijd een zeer geringe dosis röntgenstraling. Bekend is dat röntgenstraling in hoge doses schadelijk is. Om duidelijk te maken hoe laag de dosis is bij het nemen van twee bitewings kunnen we een voorbeeld geven. De dosis van twee bitewings staat gelijk aan de stralingsdosis die je krijgt tijdens een vliegreis van ongeveer zeven uur, of een wintersportvakantie van 14 dagen in een hoog gelegen gebied.
Toch moet met röntgenstraling, hoe weinig het ook is, zeer zorgvuldig worden omgesprongen. Elke keer moet het nut van een röntgenfoto worden afgewogen tegen het effect van de straling. Het niet of te laat ontdekken van een ontsteking of een andere tandheelkundige afwijking omdat er geen foto’s zijn gemaakt, kan soms nare consequenties hebben.
RÖNTGENFOTO’S EN ZWANGERSCHAP
Voorzichtigheid is geboden bij het maken van röntgenfoto’s bij zwangere vrouwen. Vooral de eerste drie maanden van de zwangerschap zijn zeer belangrijk voor een goede ontwikkeling van de vrucht. In deze periode moeten dus liever helemaal geen foto’s worden genomen. In de periode hierna is het risico van de röntgenstraling minder groot. De voor- en nadelen van het wel of niet nemen van röntgenfoto’s moeten dan tegen elkaar worden afgewogen. In het algemeen mag u van uw tandarts verwachten dat hij terughoudend is met het nemen van röntgenfoto’s. Hij zal zoveel mogelijk proberen die behandelingen uit te stellen waarvoor een foto absoluut nodig is. Ook de periodieke overzichtsfoto’s zal hij uitstellen tot na de zwangerschap.
Als het nemen van foto’s toch echt nodig mocht zijn tijdens de zwangerschap, dan is het gebruik van een loodschort in ieder geval een zeer zinvolle maatregel om de stralingsbelasting te verlagen. Het is dus zeer belangrijk om bij uw bezoek aan de tandarts altijd melding te maken van een eventuele zwangerschap.
VULLINGEN
Helaas kan bij een halfjaarlijkse controle door de tandarts blijken, dat ergens in het gebit toch een gaatje is ontstaan. De plaatsen waar gaatjes het eerst ontstaan, zijn de groeven in de kiezen en waar tanden en kiezen tegen elkaar aan staan.
Voordat een vulling gemaakt kan worden moet altijd eerst het aangetaste tandweefsel worden verwijderd. Het reinigen van een gaatje wordt door patiënten ook wel "boren" genoemd, tandartsen spreken liever over "prepareren".
Eerst wordt het glazuur weggehaald om toegang te geven tot het zacht geworden dentine. De tandarts gebruikt daarvoor een sneldraaiend diamantsteentje in een door lucht aangedreven instrument, een zo genoemde turbine hoekstuk. Wanneer voldoende toegang is gemaakt wordt het onderliggende zacht geworden dentine verwijderd. Dit gebeurt met een langzamer draaiend rond staalboortje.
Het dentine wordt verwijderd, totdat de overgang van glazuur naar dentine schoon is, dat wil zeggen totdat het dentine op die overgang overal hard is.
Wij gebruiken composiet voor het vullen van gaatjes, het repareren van afgebroken tanden en het verfraaien van verkleurde tanden of tanden met een afwijkende vorm. Met composiet worden ook spleetjes tussen de tanden opgevuld. Dit is een mooie esthetische oplossing. Een composietvulling kan jarenlang meegaan. Echter grote composietvullingen in de kiezen worden nog niet zo lang gebruikt, de tijd zal het moeten leren of deze vullingen net zo lang meegaan als die van amalgaamvullingen.
Composietvullingen kunnen op den duur minder mooi worden doordat zij kunnen gaan verkleuren. Die verkleuring komt vooral bij patiënten voor die veel roken of veel koffie/thee drinken. Zo’n oppervlakkige verkleuring kan natuurlijk wel gecorrigeerd worde n door de vulling te polijsten. Soms kan over een oude composietvulling een nieuw wit laagje worden aangebracht. Het is ook vaak mogelijk om vullingen te vervangen.
Wortelkanaalbehandeling (endodontologie)
Een wortelkanaalbehandeling, ook wel zenuwbehandeling genoemd, is een tandheelkundige bewerking, waarbij de pulpa (het levende deel) van het wortelkanaal van een tand of kies verwijderd wordt en de ontstane ruimte wordt opgevuld.
Wanneer is een wortelkanaalbehandeling nodig?
Vaak is hevige kiespijn de aanleiding voor een wortelkanaalbehandeling. De pulpa van de tand of kies is dan zo ontstoken dat de tandarts de zenuw dient te verwijderen om u van de pijn af te helpen. Een wortelkanaalbehandeling kan ook preventief gedaan worden. Het afsterven van de pulpa wordt dan niet afgewacht om zo een ontsteking rond de wortelpunt te voorkomen.
Hoe lang duurt een wortelkanaalbehandeling?
De gemiddelde behandeltijd loopt uiteen van ongeveer een half uur tot twee uur, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad. Vaak wordt de behandeling verdeeld over twee afspraken.
Vrij eenvoudig is bijvoorbeeld bij een voortand met één kanaal, zeer moeilijk is bij een kies boven met vier kanalen en kromme wortels.
Is een wortelkanaalbehandeling pijnlijk?
U wordt voor de behandeling plaatselijk verdoofd, waardoor de gehele behandeling meestal pijnloos verloopt. Wanneer de pulpa al volledig is afgestorven, is verdoven theoretisch niet eens nodig. Wel is er kans op napijn, aangezien de tand of kies geïrriteerd is na de behandeling. Deze napijn kan vijf tot zeven dagen aanhouden en is te onderdrukken met een pijnstiller zoals ibuprofen of paracetamol. Duurt deze napijn langer, dan kunt u altijd contact met ons opnemen.
EXTRACTIE
Soms is een tand of kies zo erg beschadigd, dat behandeling niet meer mogelijk is. Dan wordt de tand of kies getrokken. Een andere reden om een tand of kies te trekken is bijvoorbeeld ruimtegebrek of in het kader van een orthodontische behandeling.